Belastingcontrole bij coffeeshops

De belastingdienst, en soms ook de FIOD, gaan er vaak van uit dat coffeeshops niet alle omzet aangeven of teveel inkopen verantwoorden waardoor de fiscale winst te laag wordt aangegeven en te weinig belasting wordt betaald.

Volgens de belastingdienst kloppen de brutowinstmarges en de inkoopbedragen niet en verwijst daarbij naar zogenaamde landelijke gemiddelden. Omdat er geen inkoopfacturen zijn en alle mutaties via de kas lopen ligt fiscale fraude voor de hand. Dit blijkt bijna in alle gevallen uit de verslagen van de boekenonderzoeken opgesteld door de belastingdienst. De correcties zijn dan ook vaak enorm.

Kan de belastingdienst dat zomaar stellen? Wie moet eigenlijk wat bewijzen?

Als uitgangspunt geldt dat als het gaat om bijtellingen, zoals in dit geval de bijtelling van omzet of verlaging van de inkoop, de belastingdienst moet bewijzen dat de coffeeshophouder meer winst heeft gehad dan aangegeven.

In het belastingrecht kan het bewijs worden geleverd aan de hand van vermoedens of het aannemelijk maken van gegevens. De omstandigheid dat er geen inkoopfacturen zijn en de marges afwijken van het gemiddelde, rechtvaardigt in dit geval het vermoeden dat er door de coffeeshophouder te weinig belasting is aangegeven en betaald. Indien dit vermoeden niet wordt weersproken wordt aangenomen dat het vermoeden juist is. Het bewijs is dan geleverd.

De bewijslast verschuift dan naar de coffeeshophouder. De coffeeshophouder moet dan een verklaring geven waarom er verhoudingsgewijs minder omzet is ontvangen of waarom de inkopen hoger zijn dan volgens de prijzen van de belastingdienst. Er moet een reden voor zijn, zoals bijvoorbeeld een lagere marge dan gemiddeld omdat de verkoopprijzen lager zijn en de inkoopprijzen hoger, omdat de belastingdienst uitgaat van verkeerde branchegegevens (komt meer dan eens voor), of dat het bedrijf niet vergelijkbaar is met de vergelijkingscijfers van de belastingdienst. Correcties worden tenslotte vele jaren na het opstellen van de aangiften naar voren gebracht.

Indien de vermoedens van de belastingdienst worden weersproken kunnen omzetcorrecties slechts bewezen worden geacht indien de bewijslast omgekeerd en verzwaard wordt. De belastingdienst mag de correctie dan schatten. Meestal gebeurt dit indien de vereiste aangifte niet is gedaan, delen van de administratie niet zijn bewaard of indien de administratie ernstige gebreken vertoont. De belastingdienst beoordeelt het brutowinstpercentage, het netto-privé, past de chikwadraattoets toe, beoordeelt indien van toepassing de bestanden van kasregisters, beoordeelt de winstmarges, controleert de kas, o.a. op negatieve kassen, beoordeelt de inkopen via de kas, de voorraadadministratie en via branchegegevens en past andere cijfervergelijkingen toe en controleert de rest van de administraties op andere gebreken.

Bij twee ernstige gebreken verschuift meestal de bewijslast van de belastingdienst naar belastingplichtige. Vervolgens dient te worden aangetoond dat de schatting van de belastingdienst onjuist is. Een zeer zware opgave.

Vooral bij bedrijven met veel kasmutaties zijn twee gebreken snel te vinden, zeker als er geen inkoopfacturen zijn. De belastingdienst heeft ingezet op extra controlecapaciteit bij coffeeshophouders, althans daar lijkt het op.

Mijn ervaring is echter dat de belastingdienst regelmatig (ernstige) fouten maakt tijdens het boekenonderzoek. Dit geldt ook voor onderzoeken van de FIOD. Fouten die kunnen leiden tot verwerping van de administratie. Het rapport van bevindingen van de belastingdienst dient dan ook goed beoordeeld te worden. Indien de vermeende gebreken niet gemotiveerd worden weersproken, is een procedure zo goed als kansloos.

De conclusie is dan ook dat de belastingdienst niet zo maar met behulp van vermoedens of vergelijkingscijfers correcties kan toepassen. De vermoedens/aannames dienen dan ook, het liefst gemotiveerd, weersproken te worden. Met behulp van omkering van de bewijslast kan de belastingdienst de correctie schatten. Er dienen wel minimaal twee ernstige gebreken te zijn geconstateerd. Een vermoeden van de belastingdienst hoeft niet te leiden tot grote correcties. Deskundige hulp is echter wel noodzakelijk.